Verwarm de oven voor op 220°C.
Schaaf met een dunschiller lange linten van de courgette.
Bestrooi de courgettelinten met wat zout en doe ze in een zeef.
Raps de citroenschil fijn en pers de citroen uit.
Bak de spekjes in de koekenpan tot ze knapperig beginnen worden.
Schep de spekjes uit de koekenpan en zet opzij.
Blus de pan met 2 eetlepels frambozenazijn, 2 eetlepels citroensap en 2 eetlepels suiker. Laat even inkoken tot een dressing.
Zet de pan van het vuur om af te koelen.
Druk in de zeef voorzichtig het vocht uit de courgettelinten.
Rol het pizzadeeg uit op een bakplaat en bestrijk het deeg met de ricotta.
Beleg de plaatpizza met een laag courgettelinten.
Bestrooi met de spekjes, kruid af met peper en zout.
Verdeel de citroenrasp over de pizza en bak in de oven gedurende 20 minuten tot de randjes goudbruin zien.
Snij de appel in blokjes en voeg ze samen met de babyspinazie toe aan de dressing in de pan.
Proef en breng op smaak met peper en eventueel wat zout.
Snij de plaatpizza in stukken en serveer met de salade.