Bestrooi je keukenblad lichtjes met wat bloem.
Rol je deeg uit tot een rechthoek van 60 cm lengte en 40 cm breedte.
Bestrijk de vulling op 2/3de van het deeg (40cm op 40cm).
Plooi het deeg zonder vulling om naar het midden zodat het op de helft van de vulling geplooid wordt.
Plooi vervolgens het overblijvend deeg ook naar het midden.
Plaats het deeg 30 minuten in de koelkast.
Haal het deeg uit de koelkast en rol het stuk uit tot een rechthoek van 30 cm op 40 cm.
Snij het deegstuk in stroken van 2 cm breedte op 30 cm. Hierdoor zal je ongeveer 20 stroken hebben.
Neem je drie middelste vingers en rol één deegstrook hier twee maal rond.
Duw het resterende uiteinde door het midden van het deeg zodat je een vlecht krijgt.
Plaats de broodjes op de bakplaat met voldoende ruimte tussen de broodjes voor het rijzen.
Dek af met een handdoek of plastiek folie voor 60 minuten.
Verwarm de oven voor op 210°C.
Klop het ei los en bestrijk de broodjes met het ei.
Bestrooi met de parelsuiker naar eigen smaak.
Bak gedurende 12 minuten in de voorverwarmde oven tot de broodjes goudbruin zijn.
Let op: baktijden kunnen variëren van oven tot oven dus zet een wekker van 10 minuten.
Verwarm de kristalsuiker en het water ondertussen in een kleine kookpot.
Smeer de gebakken kaneelbroodjes lichtjes in met de warme siroop zodra ze uit de oven komen.